(of ook wel: 'urban living heritage' of 'urban intangible heritage')
Kan urban culture of stadscultuur ook immaterieel erfgoed zijn? Natuurlijk. Skateboarden, graffiti, slam poetry, straatvoetbal, en tal van andere subcultuuruitingen associëren we met de culturele biotoop van een stad.
Vaak wordt stadscultuur geassocieerd met jongeren en zijn het eerder informele, weinig gestructureerde cultuurvormen die vrij in de stedelijke omgeving beoefend worden. Een scherpe aflijning van wat wel en niet stadscultuur kan heten – bijvoorbeeld qua leeftijd, cultuur- of organisatievorm – bestaat echter niet. Ook een veertigplusser op een skateboard is immers al lang geen uitzondering meer.
Levend erfgoed trekt zich weinig aan van grenzen en reist mee met zijn bezielers. De skatecultuur groeide bijvoorbeeld gaandeweg uit tot een soort geglobaliseerd stedelijk erfgoed. Ontstaan aan de overkant van de oceaan, maar ondertussen overal in de wereld én in Vlaanderen doorgegeven door generaties skateboarders.
Bovendien vind je urban culture al lang niet meer enkel terug in de stad. Ook in randgemeenten en op het platteland tref je stedelijk immaterieel erfgoed aan. Omgekeerd zal je ook erfgoed van het dorp of de natuur terugvinden of zien heropleven in de stadscontext. Zo zijn er de HipHop-lessen die gaandeweg ook buiten de stedelijke gebieden ingeburgerd raakten en de skateboarders voor wie de stad maar een busreis weg is. Er zijn evengoed nog allerlei hybride en veranderende vormen daartussen, zoals het moestuinieren in de stad (urban gardening) of vis kweken op daken. Ook broodbakovens deden hun herintrede in buurten waar stadsbewoners samen aan het bakken slaan en allerlei baktradities uitwisselen: van bruin boerenbrood tot platbroden, pizza’s en allerhande fusion recepten.