De termen 'traditie' en 'immaterieel erfgoed' gaan vaak hand in hand. Beide gaan immers over culturele uitingen – praktijken, maar ook kennis – die doorgegeven worden van generatie op generatie door een bepaalde groep of individuen.
Maar niet elke traditie is automatisch ook immaterieel erfgoed. Hiervoor moet de traditie aan enkele voorwaarden voldoen. Zo is het van belang dat de beoefenaars van de traditie hun praktijk zelf als immaterieel erfgoed zien. De betrokkenen zijn hierin vrij om deze keuze te maken. Iets als erfgoed benoemen is dus een bewust en actief proces. Dit vereist ook een zeker draagvlak en consensus bij de erfgoedgemeenschap. Daarnaast moet er bij de betrokkenen een duidelijke wil zijn om te zorgen voor het voortbestaan van deze immaterieel-erfgoedpraktijk door de praktijk te borgen.
Het borgen van immaterieel erfgoed kan via verschillende acties: bijvoorbeeld door de praktijk te registreren op immaterieelerfgoed.be, maar ook door workshops te organiseren om een jongere generatie aan te spreken, over de traditie te communiceren of deze te documenteren. Het doel van deze borgingsacties is steeds een dynamische omgeving te creëren waarin de immaterieel-erfgoedpraktijk floreert en kan mee-evolueren met de tijd én de mensen die ermee bezig zijn.